-
1 schuldig
schuldig♦voorbeelden:sich schuldig bekennen • (zijn) schuld bekennenjemandem etwas schuldig sein • iemand iets verschuldigd zijnjemanden schuldig sprechen • iemand schuldig verklarensich einer Sache schuldig machen • zich aan iets schuldig maken -
2 débiteur
débiteur [deebietur],débitrice [deebietries]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉2 schuldig ⇒ verschuldigd, debet♦voorbeelden:débiteur hypothécaire • hypotheekgeverêtre débiteur envers qn. de qc. • iemand iets verschuldigd zijnun débiteur, une débitrice • schuldenaar, -nares, debiteurm (f - débitrice)schuldenaar/-ares -
3 être débiteur envers qn. de qc.
être débiteur envers qn. de qc.Dictionnaire français-néerlandais > être débiteur envers qn. de qc.
-
4 jemandem etwas schuldig sein
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem etwas schuldig sein
-
5 owe
v. schuldig zijn (geld), een schuld hebben[ oo]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schuldig zijn ⇒ verplicht/verschuldigd zijn♦voorbeelden:owe it to oneself to do something • aan zichzelf verplicht zijn iets te doenowe something to someone • iemand iets schuldig zijn -
6 debt
n. schuld[ det]1 schuld ⇒ (terugbetalings)verplichting, tol♦voorbeelden:debt of honour • ereschuldget/run into debt • schulden makenget out of debt • uit de rode cijfers komenowe a debt (to someone) • (bij iemand) in het krijt staanbe in debt (to someone) • (bij iemand) in de schuld/in het krijt staanbe in someone's debt • iemand iets verschuldigd/verplicht zijn -
7 be in someone's debt
be in someone's debtiemand iets verschuldigd/verplicht zijn -
8 compte
compte [kõt]〈m.〉1 berekening ⇒ telling, (het) aftellen, (het) opsommen♦voorbeelden:compte rond • rond getalle compte est bon • de berekening kloptfaire le compte • de rekening opmaken, de optelling makenfaire le compte de qc. à qn. • iemand iets voorrekenencompte à rebours • (het) aftellen2 〈 figuurlijk〉 compte d'apothicaire • overdreven gespecificeerde, ondoorzichtige gepeperde rekeningun compte en banque • een bankrekeningcompte chèque postal • (post)girorekeningcompte en participation • gezamenlijke rekeningcompte des pertes et profits, compte des profits et des pertes • winst-en-verliesrekeningcompte courant • rekening-courantcompte courant postal • (post)girorekeningcompte joint • gezamenlijke rekening, en/of-rekeningpasser en compte • op de rekening boeken〈 informeel, figuurlijk〉 avoir son compte • zijn portie gehad hebben 〈 mishandeld, dood of dronken zijn〉〈 figuurlijk〉 demander son compte • zijn loon verlangen, zijn baan opzeggendonner son compte à qn. • iemand betalen; iemand ontslaanle compte n'y est pas • de rekening klopt nietil n'a pas touché son compte • hij heeft niet gekregen waar hij recht op heefty trouver son compte • aan zijn trekken komens'installer, s'établir à son compte • voor zichzelf beginnenêtre à son compte • zelfstandig zijnprendre qc. à son compte • de verantwoording op zich nemenpour mon propre compte • voor mezelfacheter pour son propre compte • voor eigen rekening kopenpour le compte de • voor rekening van, in opdracht vanmettre qc. sur le compte de qn. • iets op iemands rekening schrijven, iemand iets verwijtenrendre compte de qc. • verslag uitbrengen over iets, iets vermeldense rendre compte de qc. • zich rekenschap geven van iets, iets beseffentu te rends compte! • stel je eens voor!compte rendu • verslag, recensie, beoordelingtenir compte de • rekening houden metêtre loin du compte • ver van de werkelijkheid verwijderd zijn, er ver naast zittenà bon compte • goedkoopil s'en est tiré à bon compte • hij is er goedkoop, zonder kleerscheuren vanaf gekomenà ce compte-là • zo beschouwd, als je zo redeneert, als iedereen zo zou denkenprendre en compte • rekening houden metpour mon compte • wat mij betreftlaisser pour compte • laten zitten, links laten liggenun laissé pour compte • een door iedereen in de steek gelaten persoon; 〈 van dingen〉 een afdankertjem1) berekening, telling2) rekening3) voordeel4) rekenschap, verantwoording -
9 accountable
adj. verantwoordelijk; rekenschap afleggend[ əkauntəbl] 〈zelfstandig naamwoord: accountability〉♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский